Ze zag, nee, voelde verder dan de woorden. Alsof de woorden energie werden die verbonden of afstootten. Ze zag het verlangen naar verbondenheid, samen zijn, en voelde hoe de woorden verwarring schiepen.
Het was er uit voordat zij het wist: “De volgende keer wil ik iets doen”. Schrik, wat zei ze nu -dit ik vind het eng, want ik kan het alleen maar doen vanuit mijn eigen kracht en niet om de groep te verbinden. Dat kunnen ze alleen zelf. En hoe blijf ik verbonden met mijzelf zonder me druk te maken over wat de anderen van mij vinden? Wat een uitdaging eigenlijk; het werd steeds leuker.-
En vanaf dat moment zat de groep in haar gedachten. Wat zou ze doen? Hoe kan ze laten zien dat ieder mens prachtig was in zijn of haar staat? Hoe kon ze laten zien dat er al meer verbinding was dan dat ze dachten? Hoe kon ze laten ervaren hoe mooi het is deelnemer te zijn van deze groep in zijn groter diversiteit, zonder te weten wat de volgende bijeenkomst zou brengen?
Hoe kon ze laten zien en laten proeven van de bijzondere mensen die soms achter de woorden verstopt waren? Zo verschillend en zo gedreven om de wereld een betere plek te maken? Om hun eigen unieke steentje bij te dragen?
Ze barstte van ideeën, teveel voor een middag. In de beperking toont zich de meester, zei een goede vriend.
In het hier en nu, vertrouw op de groep en vertrouw op jezelf. Dat wat er wenselijk is komt:uit jou of uit de ander. Hoe meer je loslaat des te meer je kunt omarmen.
Wat er ook gebeurt; ik heb niets te verliezen alleen maar te winnen. IK ga leren van mezelf én van hen. IK ben reisleider voor mijzelf én de groep.
Laat ik niet vergeten ze te bedanken voor de ruimte die ik gekregen heb om “mijn ding” te doen.